Creatief koken voor beginners

Laatst sprak ik met een goede vriendin over koken. Ze vertelde mij hoe lastig ze het vindt om creatief te koken. Ik verbaasde mij hierover omdat ik creatief koken als een basis vaardigheid zie. Maar na even rondvragen, bleek dit voor veel mensen niet zo te zijn. Dit opende mijn ogen, omdat ik denk dat creatief koken iedereen kan helpen. Zodra je deze vaardigheid onder de knie hebt bespaart dit je veel geld, tijd en moeite voor de rest van je leven.

Wat is creatief koken?
Creatief koken houdt in dat je ten allen tijden iets lekkers op tafel kan zetten, ongeacht wat je in huis hebt. Om dit te leren moet je er even wat moeite in stoppen. Maar gedurende het leerproces kan je de dingen die je leert toepassen en gebruiken in je voordeel waardoor het leerproces alleen maar makkelijker wordt.

Hoe leer ik creatief koken?
Er zijn een aantal routes om het te leren en verschillende stijlen om het te leren. Ik ben groot fan van experimenteren en bestuderen. Experimenteren houdt eigenlijk in dat je zoveel mogelijk probeert en kijkt wat werkt en dat in de toekomst toepassen. Het nadeel van deze methode is dat je tijdens het leerproces geld weggooit als je niet weet wat je doet. Daarom combineer ik deze methode graag met de tweede methode: bestuderen. Bestuderen kost wat meer tijd dan experimenteren, maar is wel gemakkelijker en minder belastend voor je bankrekening. Bestuderen houdt in dat je recepten leest, video’s kijkt van professionals en tutorials volgt. Maar volg de recepten niet exact. Kijk welke smaakcombinaties vaak voorkomen en bedenk voor jezelf: “Welke ingrediënten zou ik kunnen gebruiken in plaats van de ingrediënten die hier staan?” Ga bekijk daarna de manieren van garing en bereiding: welke methodes werken bij welke ingrediënten?
Als je op basis van het bestuderen gaat experimenteren, krijg je in mijn opinie de beste resultaten.

Handige tips
Het kan nogal intimiderend zijn om te bedenken waar je moet beginnen, daarom heb ik hier wat tips die je kunnen helpen een begin te maken.
Tip 1: Maak een lijstje met groentes, fruit of vlees soorten die jij heel lekker vindt. Koppel de producten waarvan je weet dat ze goed samen gaan en schrijf dan onder de producten, door wat je het zou kunnen vervangen. Mocht je dit lastig vinden, kan je online zoeken naar smaakcombinaties of Snaccable een DM sturen op instagram om hulp te vragen.
Tip 2: Zorg dat je een goed aangevulde voorraadkast hebt. Ik ga meestal een keer per maand een grote voorraad boodschap doen. Zo heb ik altijd kruiden en houdbare ingrediënten in huis om smaakcombinaties makkelijker te creëren.
Tip 3: Leer een aantal zeer simplistische recepten die je als basis kan gebruiken om smaakcombinaties aan toe te voegen en zo te leren kennen. Pasta aglio e olio (Pasta met olijfolie en knoflook) is hier een goed voorbeeld van. Hier kan je gemakkelijk een soort proteïne zoals vlees of vis aan toevoegen en een soort groente zoals peultjes of paprika om te kijken of het past. Binnenkort komt het recept voor aglio e olio op Snaccable.

Kweek je vlees

Een lekker stukje ribeye, een mooi stukje kippendij. Allemaal dingen waarvan ik echt geniet. Helaas is de vleesindustrie niet altijd even eerlijk en goed. Koeien die schouder aan schouder staan, kippen die over elkaar poepen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de vervuiling van het milieu. Dan denk ik toch bij mezelf: Dit moet beter.

Toen ik met mijn journalistieke school redactie onderzoek ging doen naar schurende onderwerpen, kwamen we al snel bij kweekvlees terecht. Cellulaire agricultuur voor de pretentieuze mensen onder ons. Door het nemen van wat cellen van een dier, kan in een lab een stukje vlees ‘gekweekt’ worden.

Klinkt heel eng voor de gemiddelde consument. Die krijgt er rillingen van bij de gedachte van een stukje frankenstein vlees op je bord. Maar is dit terecht? Eigenlijk niet. Ik vind persoonlijk het idee van een stukje vlees in een schoon en steriel lab fijner dan een in ziektes gemarineerde kippendij.

Tuurlijk, goede veehouders die met respect met hun dieren omgaan vind ik prachtig. Maar dat is zeldzaam. Niet iedere boer is een japanse koeien knuffelaar. Maar stel dat al het vlees van de wereld van zo’n japanse knuffelkoe komt. Dat wil iedereen lijkt mij. Dat is ook nog gewoon mogelijk! Iedereen, iedere dag een stukje betaalbaar wagyu vlees. Dat is toch prachtig?

Maar het komt zeker niet zonder risico’s. Denk vooral aan de economische gevolgen. Een gigantische sector komt opeens zonder werk. Niet iedere boer heeft een universitair diploma in de biologie. Boer Harm is geen wetenschapper, maar een ambachtsman. En als dat verloren gaat, hoe vangen we dat voor de veeboeren op?

Komende tijd verdiep ik me in de wereld van het kweekvlees. Er zit zo veel meer achter dan ik nu in deze blogpost vertel. Waarom gaat de overheid bewust de rivaliserende sector van de veehouders subsidiëren? Moet de overheid zich wel bemoeien met dit soort zaken? Is de overstap van de huidige vleessector naar kweekvlees haalbaar? Allemaal vragen die ik in samenwerking met NWSNXT ga onderzoeken.

Twee Totaal Verschillende Broers

Familie kies je niet uit. Je houdt van ze maar toch kan je ze soms niet uitstaan. Je broer is heel slim en verstandig en jij bent creatief en losbandig. Ondanks dat je veel op elkaar lijkt, ben je toch een beetje hetzelfde. Dezelfde neus, veel dezelfde interesses en lachen om dezelfde dingen. Ook al voel je je nu aangesproken, ik heb het niet over jou. Maar over rijst.

Paella en Risotto, twee totaal verschillende gerechten die juist zoveel op elkaar lijken. Grote pan, niet puur koken, maar laten pruttelen op hoog vuur met allemaal andere ingrediënten. Ze willen allebei nooit alleen zijn. Beide zuid-Europeanen met temperament. Beide hebben ze veel fans, maar weinig die ze echt kunnen begrijpen.

Risotto is de zorgzame van het stel. Hij omhelst je op een winterse dag en helpt je door moeilijke tijden. Hij is rustig en intelligent. Denkt met je mee en is een harde werker, constant bezig: roeren, roeren, roeren. Zacht, romig en helend. Hij is er voor je als de zon niet schijnt en heeft ook geen eigen belang. Risotto past zich aan jou aan.

In tegenstelling tot zijn broer is Paella de wilde gangmaker van de twee. Looking for a party? You’re looking for Paella! Met je vrienden om de tafel en genieten van stevige, enerverende smaken. Paella is wild, gedurfd en laat zich door niemand iets wijs maken. En o wee als je het beter denkt te weten, want dan komen de vrienden van Paella je halen. Je roert hem? Zijn vrienden staan al met fakkels voor je deur. Geen saffraan? Timmer je doodskist maar vast, want ze komen je halen. Paella laat niet met zich sollen, maar zolang je hem in zijn waarde laat, is het je beste vriend en zorgt hij altijd voor een feest.

Familie kies je niet uit. Ook al ben je anders dan de rest van je familie. Iedereen staat klaar voor elkaar. Niet alleen de zorgzame Risotto, maar ook je gekke broer Paella.

Koken in Corona tijden

Als kok dwingt de corona crisis mij heel creatief te zijn. Ik probeer zoveel mogelijk te koken uit de voorraadkast. Op mijn site snaccable.com, probeer ik zoveel mogelijk #voorraadkastproof recepten te maken. Op die manier probeer ik mensen te inspireren om creatief om te gaan met de situatie en lekker te blijven eten, zonder te veel naar de supermarkt te gaan.

“Make every penny stretch”, dat is wat ik mezelf altijd zeg tijdens het koken. Niet alleen omdat ik een student ben, maar besparen op geld is altijd handig, al helemaal in een tijd als deze. Vries dingen in, gebruik delen van groentes die je normaal weggooit: alles is nuttig!

Eten draait niet alleen om voedzaam en lekker zijn, maar ook om gezelligheid. Nodig je vrienden uit voor een skype etentje of discord-kooksessie. Je kan het zo gek niet bedenken maar mensen doen het. Eten brengt mensen bij elkaar. Dat is iets wat we in deze tijd goed kunnen gebruiken.

IMG_20200323_183402129.jpg

De Zwolse markt

In lomp plastic verpakte kippenpoten die al dagen in het schap liggen te rotten. Gebutste appels waar een puberale vakkenvuller op geniest heeft. Nee, dat is niet waar ik blij van word. Tuurlijk, een zak chips van de supermarkt is prima en de voetbalplaatjes zijn ook hartstikke leuk. Maar toch wil ik liever lekker verse producten.

WhatsApp+Image+2020-01-04+at+10.03.58+%281%29.jpg

Normaal ben ik geen ochtend mens, maar de zaterdagochtend is voor mij een uitzondering. Om half 7 mijn bed uit kruipen. Dan lekker vroeg douchen en de deur uit. In de vroege ochtendkou met natte haren op de fiets. Eenmaal aangekomen in het Zwolse centrum, parkeer ik de fiets naast de stadsmuur en loop ik de winkelstraat uit. Eindelijk ben ik thuis, ik ben op de markt.

De eerste stop maak ik bij de nootjeskraam. Daar staat een goedlachse jongeman met een baardje en brilletje op zijn neus macadamianootjes aan te smeren aan een vrouw met een ‘kortpittig’ kapsel. Liam is zijn naam. Hij hoeft niet eens meer te vragen wat ik wil hebben, slechts hoeveel. “200 gram graag” en ik krijg een zakje met gezouten pinda’s voor mijn neus. Ook krijg ik een doosje rozijntjes toe gegooid. “Vaste klanten krijgen altijd een extraatje. Ik dank Liam vriendelijk en loop door.

Iedere keer kijk ik naar de viskraam en vraag ik of ze inmiddels de verse zalmbuikjes hebben. En steeds krijg ik een stevige nee als antwoord. Op dat moment baal ik dat ik niet in een zeedorpje woon. Veel te dure vis die nog half bevroren in de kraam ligt. Nee ik loop weer door.

Als ik denk aan die viskraam denk ik terug aan mijn oude woonplaats, Helmond. Ook al is Helmond geen strandplaats, is het heer en meester op het gebied van vis. De Helmondse markt is heel anders dan de Zwolse. Als ik in Helmond wil pinnen lachen ze en verwijzen ze mij naar de grote groente kraam en zeggen dat ik daar moet gaan pinnen. Maar toch blijven ze altijd vriendelijk, ze zijn in Helmond gewoon nog niet gewend aan de nieuwe generatie marktbezoekers zoals ik. In Zwolle, mijn huidige woonplaats, zijn ze op de markt beter opgewassen tegen de pingeneratie. Hier kan ik overal pinnen en gaan ze daar zelfs van uit.

Ik vind het heerlijk om rond te lopen op de Zwolse markt, ongeacht of het een druipende dag is of een zonnige zaterdag. Ik ben er altijd. Van de norse visboer tot de vrolijke nootjes verkoper, ik ben daar thuis.



Luxe diner op een studenten budget

Huur, collegegeld, rondjes bier: het leven van de student gaat niet over financiële rozen. Iedere maand is het bibberen totdat ome duo weer langs komt. Maar ondertussen moet je ook nog gewoon eten, want alleen op een blik Schultenbrau kan je niet overleven. Instant noodles, frikandellenbroodjes en ingevroren saté. Dit is het gemiddelde drie gangen diner van de doorsnee student. Het menu van 60 cent kan je het ook wel noemen. Maar het menu van 60 cent is niet de enige manier om te overleven.

Slim inkopen doen is een kunst. De kunst van het 35% sticker jagen en het fanatieke bonus lezen. That’s where it’s at. Voor 4 euro kan je al snel een luxe diner koken voor ruim 3 man. Zalm, varkenshaas en garnalen. Het is allemaal mogelijk als je slim inkoopt. Maar de grootste tip is misschien wel: ontdek je lokale toko. Kruiden zijn hier zo veel goedkoper dan in de supermarkt. Met de juiste kruiden kan je van de meest goedkope producten iets bijzonders maken. Denk aan een mooi garam masala mengsel. Daarmee maak je van een stukje goedkope kip een heerlijke kruidige ervaring.

Ook een grote tip die je niet vanuit culinaire hoek verwacht: zorg dat je genoeg houdbare producten hebt in je kast. Denk aan droge pasta, hotdogs, brood in de vriezer, diepvries saté. Als je deze dingen niet in huis hebt en je hebt weer eens de munchies gekregen van een gerolde pieterbaas, dan is het flink voordeliger om even wat hotdogs te maken in plaats van voor minimaal 10 euro aan thuisbezord te bestellen.

Zorg dat je voorraad kast altijd is aangevuld, dat je goed let op de bonus en dat je je ogen open houdt voor de 35% stickers. Want dan kan je eten als een luxe paardje en niet uit je huis gekickt worden voor wanbetaling.

Van bakkersresten tot culinaire openbaring


Van domino’s tot Dr. Oetker, iedereen kent het en iedereen eet het: Pizza. De koning van kinderfeest maaltijden en stoner snacks. Maar is dit wel terecht? Pizza maken is een kunst. Van het deeg tot de saus, in alles kan je liefde stoppen en mee experimenteren. Daarom is de pizza niet alleen het favoriete gerecht van bijna ieder kind, maar ook van vele chefs. Pizza is het ultieme gerecht om smaak combinaties mee uit te testen.

Pizza begon echter niet als culinair benchmark. Lang geleden hadden de bakkers in het Italiaanse Napels deeg en ingrediënten over van hun reguliere baksels. Ze gooide ze samen in de oven en aten dit als snack tussendoor. De ultieme manier om voedselverspilling tegen te gaan.

20190811_173843.jpg

Als je aan een willekeurig iemand vraagt: Wat is pizza?, krijg je waarschijnlijk te horen “een dun rond deeg met tomatensaus en kaas. Maar de wereld van pizza is groter dan alleen Margherita en salami. Denk aan de Chicago deepdish en de detroit style. Beiden een soort hybride van pizza en een ovenschotel. Alleen doet deze beschrijving deze gerechten wel enorm tekort.

Ook de sauzenwereld is groter dan tomatensaus alleen. Pizza bianco, is hier het bekendste voorbeeld. In New York ook wel de white pie genoemd. Deze heeft een romigere, frisse smaak dan de reguliere tomaten pizza’s.

Het is tegenwoordig niet gek als een bekende chef een pizza op het menu heeft staan. Denk aan experimentele, culinaire superster Heston Blumenthal. Hij had zelfs een hele serie dedicated aan het vinden van het ultieme pizzarecept.

Maar naar mijn mening kan dat niet. Er is niet één het beste recept. Het is een gevoelsrecept, die voor en door iedereen kan worden toegepast. Jij maakt de pizza hoe jij het wilt. Zelfs als je er ananas op wilt doen, alleen kunnen we dan geen vrienden zijn.


Een ode aan het Mechelse stadsbier


image00012.jpg

Tegenwoordig verwacht de gemiddelde bierconsument meer dan een lekker biertje. Bier moet een verhaal hebben, een achtergrond. Zonder verhaal is het drankje niet compleet. Bier is geen bier meer, het is ambacht. Naar jaren te worden gezien als het ‘tokkie broertje’ van de wijn, krijgt bier eindelijk de liefde van het publiek dat het verdient.

Ongeveer twee jaar geleden kreeg ik van mijn broer een aantal flesjes speciaalbier cadeau. Een van deze flesjes sprong er voor mij met kop en schouders bovenuit: De Mechelse Maneblusser. Op het etiket van het Mechelse stadsbier staat een brandweermannetje met een emmertje. Ik was direct geboeid door dit flesje. Ik had direct het gevoel: hier zit een verhaal achter.

Kinders, ga in een kringetje zitten. Ik ga jullie het verhaal vertellen van de Mechelse Maneblusser. Het was de nacht van 27 januari 1687. Bezopen liepen mannen de kroeg uit. Een van de dronken mannen keek naar de St.Romboutstoren om te kijken hoe laat het nou eigenlijk was. Maar de kerk leek in brand te staan. “BRAND, BRAND!” riep de zuiplap. Het gehele stadje schoot te hulp met emmers water om de toren te blussen. Totdat de maan langzaam verschoof en onthulde dat het slechts de maan achter de spits was en de toren dus niet in brand stond. De Inwoners van Mechelen probeerden dit lang stil te houden, maar al snel kwam het verhaal tot over de landsgrens. Sinds dien worden de inwoners van Mechelen spottend: Maneblussers genoemd.

Ik was al gevallen voor dit prachtige goudgele biertje. Maar na het horen van dit verhaal was ik echt verliefd geworden op de Maneblusser. Het Mechelse stadsbier is een biertje die iedere culinair liefhebber moet hebben geproefd.


Het meest ondergewaardeerde stukje BBQ vlees


De barbecue wereld zit vol lokale parels. Denk aan de Texaanse brisket, spareribs uit Memphis en Zuid-Afrikaanse boerewors. Maar één stukje vlees is al jaren lang onder de radar aan het vliegen, namelijk de ribtips. Nergens behalve in Chicago vind je ze. Terwijl het een fantastisch stukje vlees is om te bereiden op de barbecue. Maar wat zijn dat eigenlijk, ribtips?

image00012.jpg

Iberico ribtips die ik afgelopen zaterdag ging bereiden.

Al sinds 1920 zijn ribtips razend populair in Chicago, vooral in de South side. In 1920 was Chicago een gigantische slagersstad. Als bijproduct van spareribs te trimmen, een zogeheten St. Louis style cut, wordt de bovenste laag kraagbeen er af gesneden. Dit zijn de ribtips. Door de status van afvalvlees was het een bijzonder goedkoop stukje vlees. Voor de pitmasters in Chicago was dit vaak een van de weinige stukken vlees die ze konden betalen. Door de lage prijs werd dit een van de meest iconische barbecue producten van Chicago.

Barbecue restaurants zoals Lem’s Bar-B-Q in Chicago, hebben iconische status verworven door hun ribtips. Het gerucht gaat dan ook dat Lem’s de eerste locatie was die ribtips serveerde aan het publiek. De South side barbecue stijl van Chicago wordt gekenmerkt door de aquarium smoker. Dit is een doorzichtige vierkante doos met onderin een grote ruimte voor hout. Daarboven op ligt al het vlees te roken in het blikveld van de klant en pitmaster.

De ribtips zijn een bijzonder stukje vlees, maar krijgen niet de aandacht die ze verdienen. De ribtips zijn ware verborgen parels in de vleeswereld die nog niet gevonden zijn door de huis-tuin-en-keuken-chefs. Stap uit je comfort zone en doe een poging om ribtips te bereiden, je zult zeker niet teleurgesteld zijn.