De Zwolse markt

In lomp plastic verpakte kippenpoten die al dagen in het schap liggen te rotten. Gebutste appels waar een puberale vakkenvuller op geniest heeft. Nee, dat is niet waar ik blij van word. Tuurlijk, een zak chips van de supermarkt is prima en de voetbalplaatjes zijn ook hartstikke leuk. Maar toch wil ik liever lekker verse producten.

WhatsApp+Image+2020-01-04+at+10.03.58+%281%29.jpg

Normaal ben ik geen ochtend mens, maar de zaterdagochtend is voor mij een uitzondering. Om half 7 mijn bed uit kruipen. Dan lekker vroeg douchen en de deur uit. In de vroege ochtendkou met natte haren op de fiets. Eenmaal aangekomen in het Zwolse centrum, parkeer ik de fiets naast de stadsmuur en loop ik de winkelstraat uit. Eindelijk ben ik thuis, ik ben op de markt.

De eerste stop maak ik bij de nootjeskraam. Daar staat een goedlachse jongeman met een baardje en brilletje op zijn neus macadamianootjes aan te smeren aan een vrouw met een ‘kortpittig’ kapsel. Liam is zijn naam. Hij hoeft niet eens meer te vragen wat ik wil hebben, slechts hoeveel. “200 gram graag” en ik krijg een zakje met gezouten pinda’s voor mijn neus. Ook krijg ik een doosje rozijntjes toe gegooid. “Vaste klanten krijgen altijd een extraatje. Ik dank Liam vriendelijk en loop door.

Iedere keer kijk ik naar de viskraam en vraag ik of ze inmiddels de verse zalmbuikjes hebben. En steeds krijg ik een stevige nee als antwoord. Op dat moment baal ik dat ik niet in een zeedorpje woon. Veel te dure vis die nog half bevroren in de kraam ligt. Nee ik loop weer door.

Als ik denk aan die viskraam denk ik terug aan mijn oude woonplaats, Helmond. Ook al is Helmond geen strandplaats, is het heer en meester op het gebied van vis. De Helmondse markt is heel anders dan de Zwolse. Als ik in Helmond wil pinnen lachen ze en verwijzen ze mij naar de grote groente kraam en zeggen dat ik daar moet gaan pinnen. Maar toch blijven ze altijd vriendelijk, ze zijn in Helmond gewoon nog niet gewend aan de nieuwe generatie marktbezoekers zoals ik. In Zwolle, mijn huidige woonplaats, zijn ze op de markt beter opgewassen tegen de pingeneratie. Hier kan ik overal pinnen en gaan ze daar zelfs van uit.

Ik vind het heerlijk om rond te lopen op de Zwolse markt, ongeacht of het een druipende dag is of een zonnige zaterdag. Ik ben er altijd. Van de norse visboer tot de vrolijke nootjes verkoper, ik ben daar thuis.