Een ode aan het Mechelse stadsbier
Tegenwoordig verwacht de gemiddelde bierconsument meer dan een lekker biertje. Bier moet een verhaal hebben, een achtergrond. Zonder verhaal is het drankje niet compleet. Bier is geen bier meer, het is ambacht. Naar jaren te worden gezien als het ‘tokkie broertje’ van de wijn, krijgt bier eindelijk de liefde van het publiek dat het verdient.
Ongeveer twee jaar geleden kreeg ik van mijn broer een aantal flesjes speciaalbier cadeau. Een van deze flesjes sprong er voor mij met kop en schouders bovenuit: De Mechelse Maneblusser. Op het etiket van het Mechelse stadsbier staat een brandweermannetje met een emmertje. Ik was direct geboeid door dit flesje. Ik had direct het gevoel: hier zit een verhaal achter.
Kinders, ga in een kringetje zitten. Ik ga jullie het verhaal vertellen van de Mechelse Maneblusser. Het was de nacht van 27 januari 1687. Bezopen liepen mannen de kroeg uit. Een van de dronken mannen keek naar de St.Romboutstoren om te kijken hoe laat het nou eigenlijk was. Maar de kerk leek in brand te staan. “BRAND, BRAND!” riep de zuiplap. Het gehele stadje schoot te hulp met emmers water om de toren te blussen. Totdat de maan langzaam verschoof en onthulde dat het slechts de maan achter de spits was en de toren dus niet in brand stond. De Inwoners van Mechelen probeerden dit lang stil te houden, maar al snel kwam het verhaal tot over de landsgrens. Sinds dien worden de inwoners van Mechelen spottend: Maneblussers genoemd.
Ik was al gevallen voor dit prachtige goudgele biertje. Maar na het horen van dit verhaal was ik echt verliefd geworden op de Maneblusser. Het Mechelse stadsbier is een biertje die iedere culinair liefhebber moet hebben geproefd.